Bijscholing voor apothekers en farmaceutisch-technisch assistenten

Apothekers en farmaceutisch-technisch assistenten zijn verplicht om permanente navorming te volgen om zo hun bekwaamheidsniveau en wetenschappelijke kennis up to date te houden. Zo bepaalt de Gids voor de Goede Officinale Farmaceutische Praktijken uitdrukkelijk dat de kwalificaties van het hele apotheekteam op peil moeten worden gehouden.

Verplichte bijscholing

De officina-apotheker is verplicht gemiddeld 20 vormingspunten per jaar te behalen, waarvan minstens 12 punten op basis van live activiteiten. Een live activiteit kan zowel fysiek op locatie als online doorgaan als het webinar op een vaststaand moment met een lesgever wordt gestreamd én de aanwezigheid van apothekers op elk ogenblik met een live poll kan worden afgetoetst. De overige punten kan de apotheker halen door on-demand activiteiten te volgen waarbij de apotheker zelf kiest wanneer hij de vormingsactiviteit volgt. Hieronder vallen e-learnings en heruitzendingen van opgenomen lessen. Uitgestelde activiteiten vinden bijgevolg steeds online plaats, en bevatten een evaluatietest van de verworvenheden. 

Via de website Pharfolio kan je je gevolgde bijscholingen ingeven of kan de organisator van een opleiding jouw aanwezigheid toevoegen in je persoonlijke portfolio. Ook via het onderdeel 'Evaluatie en verbetering' in het kwaliteitshandboek MyQualityAssistant kan je de gevolgde opleidingen registreren.

Farmaceutisch-technisch assistenten moeten zich sinds 1 januari 2025 minimaal 15 uur per jaar bijscholen om hun erkenning te behouden, ongeacht of zij deeltijds of voltijds werken.

Opleidingsdagen vastgelegd in de CAO

Het aantal opleidingsdagen waarop werknemers recht hebben, is afhankelijk van de grootte van het bedrijf. In de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) afgesloten in het paritair comité 313 zijn het aantal opleidingsdagen waarop werknemers in de apotheek recht hebben vastgesteld.

Wanneer de werkgever:

› minder dan 10 werknemers in dienst heeft:

• hebben adjunct-apothekers en de apothekerstitularissen - die geen eigenaar zijn van een apotheek - recht op een forfaitaire vergoeding vastgesteld op 50 EUR per kalenderjaar. Deze vergoeding valt ten laste van de werkgever en wordt betaald na voorlegging van een bewijs van aanwezigheid van een opleiding die bijdraagt tot de verbetering van de beroepskwalificatie en op voorwaarde dat de opleiding niet door de werkgever ten laste wordt genomen.
• hebben farmaceutisch-technisch assistenten en andere werknemers in dienst van de apotheek recht op 3 dagen opleiding per jaar bij een voltijdse tewerkstelling. De dagen worden pro rata de terwerkstelling berekend. Als een werkgever deze vormingsdagen weigert, is hij verplicht om bezoldigde afwezigheden toe te kennen als compensatie. De bezoldigde afwezigheden worden toegekend tijdens het vierde kwartaal van het kalenderjaar, naar keuze van de werknemer a rato van ofwel volledige opeenvolgende dagen, ofwel halve dagen.

› 10 tot en met 19 werknemers in dienst heeft*:

hebben apothekers, farmaceutisch-technisch assistenten en andere werknemers in dienst van de apotheek (op basis van een voltijds equivalent) recht op:

• 3 opleidingsdagen in 2024 en 2025 inclusief één dag individuele opleiding;
• 4 opleidingsdagen in 2026 en 2027 inclusief één dag individuele opleiding en
• 5 opleidingsdagen vanaf 2028 inclusief één dag individuele opleiding.

Voor de werknemers die zijn tewerkgesteld in een deeltijds stelsel gelijk aan minstens 50% van de in de onderneming geldende voltijdse arbeidsduur worden de dagen beperkt tot de helft van opleidingsdagen per jaar. Deze opleidingen zijn ten laste van de werkgever wanneer zij binnen het bedrijf of door meerdere bedrijven samen worden georganiseerd; of als de bijscholing is erkend door het Fonds 313.

› meer dan 20 werknemers in dienst heeft*:

hebben apothekers, farmaceutisch-technisch assistenten en andere werknemers in dienst van de apotheek recht op 5 dagen individuele opleidingen. Voor de werknemers die zijn tewerkgesteld in een deeltijds stelsel gelijk aan minstens 50% van de in de onderneming geldende voltijdse arbeidsduur worden de dagen beperkt tot de helft van opleidingsdagen per jaar. De werknemers kunnen de opleiding volgen tijdens of buiten de gewone werktijden. Wanneer de opleiding buiten de gewone werktijden wordt gevolgd, geven de uren die daarmee overeenkomen recht op de betaling van het normale loon, maar zonder de betaling van een aanvullende vergoeding.

*Werkgevers met 10 of meer werknemers moeten een normale vergoeding uitbetalen als de werknemer de opleiding buiten de werkuren volgt.